maandag 15 mei 2017

112 210 000 - Brugs bloemwerk


Ik woon in Brugge. Mijn naam is Monique Van Ryckeghem. Ik ben gepensioneerd en trek er graag op uit, zowel in het binnen- als buitenland.

Ik vond in een oude doos een strook ‘kloskant’ die vroeger aan de gordijnen van mijn ouderlijk huis hing. Ik wilde dit mijn vriendinnen van de kantklas tonen.

De waardering van mijn klasgenoten voor die kant gaven mij de moed om de resten gordijnstof te verwijderen en de kant op te frissen. Het resultaat heeft me aangenaam verrast. 




Deze kant is een klassiek voorbeeld van Brugs bloemwerk. De kloskantsoort wordt gecatalogeerd onder het nummer is 112 210 000Brugs bloemwerk, in de volksmond ook grof bloemwerk genoemd, was in de eerste helft van de 20e eeuw erg populair voor het afwerken van glasgordijnen. Het werd commercieel verhandeld in Brugge en omstreken. 




Deze kantsoort is gebruiksvriendelijk. Vaak wordt huishoudlinnen verfraaid met Brugs bloemwerk. Je vindt de kanten vaak terug in tafellakens, gordijnen en bedlinnen. Omdat de tekeningen zichtbaar zouden zijn vanaf de straat hebben de gordijnstroken grote motieven en zijn ze, in huidige normen, in een relatief dik garen uitgevoerd. Dergelijk kanten worden bij voorkeur in een ecru kleurige draad uitgewerkt. Omdat de kleur niet wasecht is worden de kanten na het wassen bijgekleurd door ze in thee of koffie te leggen.



De tekeningen bestaan uit afzonderlijk uitgevoerde grote bloemen die aan elkaar bevestigd worden met een vlechtgrond al dan niet met picots. De bloemmotieven zijn eenvoudig en kenmerkend. Deze traditionele bloemen hebben zes lobben die afwisselend een open- en een gesloten uitzicht geven door het variëren van halve slagen en linnenslagen.





De kant is een kloskant met afgeknoopte draden. Je merkt dit goed langs de keerzijde van het werk. Ieder motief afzonderlijk is dichtgeknoopt. De vlechten die nadien als grond werden toegevoegd om zo de figuren met elkaar te verbinden lopen soms gewoon verder langs de keerzijde. Dit laatste is uiteraard langs de voorzijde niet zichtbaar.

In de uitvoering van Brugs bloemwerk is er een afwisseling van halflinnen en linnen. De grond bestaat uit vlechten en waar nodig uit valse vlechten. Er werd hier gebruik gemaakt van de kenmerkende zeshoekige vlechtgrond. Kopjes versieren het begin & einde van motieven in het werk.



Onderaan is er een vlechtrand waar al dan niet, naar gelang van de mode, franjes kunnen worden bevestigd. Kwasten kunnen een extra gewicht geven zodat de gordijnen mooi gaan naar doorhangen.

De lengte van het object is 210,00 cm. De breedte is 32,00 cm. Aangezien in die periode de gordijnen geplooid opgehangen werden is die strook bestemd voor een raam van ongeveer 100,00 cm tot 150,00 cm. 



Medewerking:
Tekst & expertise: Bie Geers, docent kant CVOSG-Brugge
Fotografie: Christina Decuypere, Neil Descheemaeker, Dirk Goegebeur, Wim Hatse, André Pollentier, Bart Pottelancie, Geert Quartier, Stefanie Roseeuw, Odette Schoonbaert, Karin Steenbergen, Annick Tytgat, Karin Spanhaak o.l.v. Daphne Titeca, docent fotografie CVOSG-Brugge, Barbara Van Moerbeke
Nazicht catalogusnummering: Aline Geers
Sociale media: Joke Knockaert, adjunct-directeur CVOSG-Brugge
Stijl & kleur: Iris Arickx, docent stijl & kleur CVOSG-Brugge
Juwelen: Francine Helewaut, docent juwelen CVOSG-Brugge
Teksten nalezen: Herwig Deconinck, adjunct-directeur CVOSG-Brugge
Visagie: Sophie Modave, Lynn Vandecasteele o.l.v. Gina Ver Eecke & Lieze Messiaen, docenten schoonheidszorgen CVOSG-Brugge
Voorstelling kantwerk: Monique Van Ryckeghem, cursist kant CVOSG-Brugge